Ook dàt is een vorm van fairplay

Bij fairplay in de sport denk je automatisch aan het gedrag van sporters op het terrein. Maar er zijn nog andere betekenissen, die niet minder belangrijk zijn.

In mijn woordenboek staat fairplay ook voor gelijke speelkansen, los van ieders talent of niveau. Behalve in topsport is er immers geen goede reden waarom de ene speler langer op het terrein zou mogen staan dan de andere. Ook niet als die ene speler veel sterker is.

Daarom benadruk ik in de Liefhebbers Zaalvoetbal Cup dat we mikken op vriendengroepen. Meer bepaald: mensen die elkaar op de één of andere manier goed kennen (jeugdbeweging, studies, uitgaansleven, etc.) en die graag samen een zaalvoetbalploeg willen vormen. Logischerwijze bestaat zo'n groep uit een mix van goede én minder sterke voetballers. Hun band is gebaseerd op vriendschap, niet op voetbalkwaliteiten.

En belangrijk: uit een enquête bleek onlangs dat in 94% van de 548 LZV Cup ploegen iedereen even veel speelminuten krijgt. Dat doet plezier, want het is exact wat we willen zien. Het mooie daaraan is dat niemand zich minderwaardig voelt binnen de eigen ploeg. Je krijgt dus minder mensen die gedesillusioneerd afhaken. Want je zou versteld staan hoe veel mensen niet zo goed kunnen voetballen maar het wel met ontzettend veel goesting (zouden willen) doen.

Niemand hoeft ook bang te zijn dat ze met die mindere spelers geen wedstrijden zullen winnen, want alle ploegen doen het op dezelfde manier. Zo kan een hechte groep vrienden jarenlang samen blijven voetballen, zonder de druk te voelen om jaarlijks de mindere spelers te vervangen door sterkere.

Zodra je dàt punt bereikt, kan sport echt mooi zijn.